Wie mag er mee praten over de inrichting van overheidsgrond?

Foto: 11a fotografie

De nieuwe Omgevingswet bepaalt dat de overheid serieus aan de slag gaat met participatie. De wetgever verwacht van burgers, bedrijven en instellingen dat zij de nieuwe mogelijkheden van de Omgevingswet zien en benutten. De overheid treedt zelf terug en burgers nemen zelf verantwoordelijkheid voor bijvoorbeeld de openbare ruimte. Zo bepaalt artikel 1.6 dat Een ieder voldoende zorg draagt voor de fysieke leefomgeving. Je kunt er meer over lezen in ons boek Werken in de geest van de Omgevingswet.

Kan dat ook bij illegaal grondgebruik? Jazeker! Als de overheid besluit om haar grondareaal eens goed te controleren op gebruik dat nog niet geregeld is, dan kan je samen met je burgers, gebruikers en andere betrokkenen, ook bedenken hoe je je grondareaal wilt inzetten. Je gaat dan bij je aanpak niet alleen te rade bij jezelf als eigenaar van de overheidsgrond (wat willen wij eigenlijk met die grond?), maar je vraagt ook aan je burgers hoe zij die grond zouden willen aanpakken. De kans dat je een beter plan krijgt én meer draagvlak in de buurt, is dan groot.

Moet geld de boventoon voeren? Dan zal verkoop of verhuur van grond (al dan niet al in gebruik) leidend zijn.

Wil je daarentegen maatschappelijke doelen ook meenemen of zelfs een dominante factor laten zijn, dan kan je besluiten om samen met bewoners een plan te maken over het toekomstig gebruik van overheidsgrond.

We komen steeds meer pleidooien tegen voor participatie in de openbare ruimte. De voorstanders noemen enkele uitgangspunten om dat voor elkaar te krijgen:

  1. Maatschappelijke waarden zijn belangrijker dan geld.
  2. Geef bewoners een betere informatiepositie.
  3. Zet nieuwe democratische praktijken in, zoals buurtrechten.

Lees er hier meer over.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *